Minister van Buitenlandse Zaken
- Heleen van der Velden
- 24 jaar
- Maastricht University
- European Studies
- Eén Europese onderwijsruimte creëren die de leiders van morgen voorbereidt op het oplossen van grensoverschrijdende maatschappelijke problemen

Mijn ambitie
Hoe ziet dit eruit over 10 of 20 jaar? Idealiter kunnen studenten tegen die tijd hun studie door heel Europa volgen, zonder dat ze aan 1 locatie of universiteit gebonden zijn. Dat betekent dat je misschien een half jaar in Nederland studeert, een half jaar in Denemarken, een jaar in Italië en een jaar in Tsjechië. Dit Europese onderwijs bereidt de studenten voor op het werken aan grensoverschrijdende problemen en bijvoorbeeld handel. De problemen, én kansen, houden namelijk niet op aan de grens.
De uitdaging
Het creëren van één Europese onderwijsruimte wordt al te lang geblokt, waardoor de kennisdeling tussen studenten uit verschillende landen belemmerd wordt. Door dit te ‘ontblokken’ ontstaat er ruimte voor meer uitwisseling van kennis, talen en verschillende culturen. Hierdoor kunnen we de leiders van morgen opleiden om grensoverschrijdende maatschappelijke problemen op te lossen op het gebied van klimaat, migratie en ongelijkheid. Problemen die vragen om internationale samenwerking. Door het financieren van Europese universitaire allianties zetten we een belangrijke stap richting een duurzame toekomst.
Voor de Nederlandse student biedt één Europese onderwijsruimte ook meer mogelijkheden. Door Europese universitaire allianties meer te ondersteunen, kunnen de Nederlandse studenten makkelijker delen van hun opleiding in het buitenland volgen en toegang krijgen tot kennis die in Nederland nog niet beschikbaar is. Dat biedt de individuele student de kans een sterk en uniek CV op te bouwen, waarvan we straks allemaal weer kunnen profiteren. Bovendien zorgen de buitenlandse studenten voor nieuwe (handels)relaties tussen Nederland en andere landen.
De aanpak
Eén Europese onderwijsruimte klinkt als een ambitieus plan. Dat is het ook. Er ligt wel een basis van regel en wetgeving, maar er moet nog veel gebeuren. Zo moeten belemmeringen voor studenten weggenomen worden die nu nog bestaan omdat de ene regio duurder is dan de andere. De studiejaren (semesters) zijn nu per land nog anders ingericht en er zijn grote verschillen tussen collegegelden. We zullen ook moeten werken aan één gezamenlijk kwaliteitszorgsysteem en goede afspraken moeten maken over taalbeleid. Het zou mooi zijn als iedere student tijdens de studie naast de eigen taal en het Engels ook nog een andere Europese taal zou leren.
We kunnen niet langer klein denken, we moeten voorbij onze eigen grenzen durven kijken, en de handen ineenslaan. Door internationaal onderwijs te faciliteren en Europese allianties tussen verschillende Europese universiteiten en onderwijsinstituten te stimuleren, werken we aan een betere toekomst voor iedereen terwijl we tegelijkertijd Nederland als kennisland in positie houden. Investeren in een open Europese onderwijsruimte levert vanuit elk perspectief winst en biedt gigantische kansen en mogelijkheden. Laten we Nederland en het Nederlandse onderwijs ‘ontblokken’ in het belang van een duurzame en inclusieve toekomst.